HOE GAAN WE PRAKTISCH TE WERK?
Labotest:
​
Voorafgaand aan je conditietest, dien je een gevalideerde sportmedische vragenlijst in te vullen en het resultaat mee te nemen. Afhankelijk van het resultaat (groen, oranje of rood) wordt er immers een advies gegeven om een sportmedisch onderzoek te doen.
- Groen licht: een sportmedisch onderzoek is niet nodig, je conditietest kan doorgaan
- Oranje / rood licht: een sportmedisch onderzoek is verplicht alvorens de conditietest kan doorgaan, dit kan bij één van de sportartsen aangesloten bij SKA.
Opgelet: heb je de vragenlijst nog niet ingevuld op het moment van je conditietest, kan je deze ter plekke invullen maar zal je conditietest bij oranje of rood licht NIET kunnen plaatsvinden.
Een labotest vindt plaats in Labo omstandigheden. Bij het lopen is dit op de loopband en bij het fietsen is dit op de fietergometer.
Bij een Labotest maken we eerst tijd voor het intakegesprek. Hier worden je doelen en je huidige trainingsstatus besproken.
Er worden een aantal metingen gedaan (lengte, gewicht...) en erna wordt het protocol bepaald en uitgelegd.
Na het intakegesprek starten we met een opwarming op de loopband of op de fiets waarna we de proef gaan starten. We werken steeds met een stappen protocol waarbij we de intensiteit stelselmatig zullen opdrijven tot uitputting. Het protocol wordt bepaald op basis van het niveau van de atleet. Tijdens de test worden een aantal parameters
Tijdens de test werden hartslag, vermogen (fietsen), snelheid (Lopen), melkzuurproductie en subjectieve vermoeidheid gemeten en geregistreerd op het einde van iedere stap. De äerobe drempel (indicator van het vetmetabolisme) werd bepaald vanuit de stijging van de baseline melkzuurconcentratie met 0,5 mmol/L.
De anaërobe drempel (indicator koolhydraat- metabolisme) werd berekend vanuit het tweede breekpunt in de vermogen-melkzuurcurve aan hoge intensiteit. Het maximaal prestatievermogen werd bepaald op basis van het exact aantal minuten dat er gefietst of gelopen is op het moment dat de test werd stopgezet.
WELK TYPE INSPANNINGSTEST KIES IK HET BESTE?
Bij een veldtest worden er vier meetpunten gemeten waarop we de drempelwaarden gaan berekenen (aerobe en anaerobe drempel. Bij de labotest worden er minimaal 6 meetpunten afgenomen wat deze test een stuk nauwkeuriger maakt.
De labotest vindt steeds plaats in identieke omstandigheden (temperatuur, ergometer...) en heeft dus geen externe invloeden die invloed kunnen hebben op de resultaten van de test
HOE KOMT HET DAT DE VELDTEST EEN STUK GOEDKOPER IS DAN DE LABOTEST?
Doordat er bij de veldtest minder meetpunten zijn, en de test steeds in groep (min 3p) doorgaat, is deze test een stuk goedkoper dan de labotest (1 op1)
HOE BEREID IK ME VOOR OP EEN INSPANNINGSTEST?
Omdat de sporttest een afspiegeling is van je werkelijk prestatievermogen, dien je je als volgt voor te bereiden:
1) de dagen voor de test voldoende nachtrust nemen
2) de dag voor de test enkel recuperatietraining plannen
3) de dag van de test niet trainen
4) de laatste 2 dagen voor de test voldoende koolhydraten eten
5) de laatste 24 uur voor de test geen alcohol, koffie of thee drinken
6) de laatste 5 uur voor de test geen zware maaltijd eten, best 2 tot 3 uur voor de test een lichte maaltijd
7) bij ziekte of koorts de test uitstellen
8) dezelfde motivatie opbrengen als voor een wedstrijd
WAT IS HET DOEL VAN EEN INSPANNINGSTEST
Het doel van een inspanningstest is inzicht krijgen in je huidige conditie. Hierdoor kunnen we perfect bepalen welk type trainingsprikkels voor jou ideaal zijn.
Naast het bepalen van je conditie gaan we ook je aërobe en anaërobe drempel gaan bepalen. Op basis van deze drempelwaarden gaan we je trainingszones gaan berekenen. Je trainingszones zijn de intensiteiten waarop je je trainingen zal uitvoeren, deze zijn belangrijk om een schema te kunnen opstellen.
KLAAR OM ER SAMEN MET ONS IN TE VLIEGEN?
WELK TYPE INSPANNINGSTEST MOET IK KIEZEN
Wat is een inspanningstest en hoe gaan we te werk?
Hieronder worden de meest gestelde vragen voor u beantwoord.
​
99 euro- 99 euro
60 euro